GameHet negende-eeuwse Bagdad oogt prachtig, in de nieuwe game in de reeks Assassin’s Creed. Maar de straten vol mensen doen levenloos aan en de gevechten verlopen stroef.
De creativiteit bij de Franse gamegigant Ubisoft is na een jarenlange lekkage, die zo af en toe, hier en daar, tijdelijk gestelpt kon worden, nu eindelijk op. Na drie sprankelende doch uiteindelijk vermoeiende uitstappen naar grotere complexiteit en andere genres moest Assassin’s Creed Mirage het kroonjuweel van de Fransen weer terugbrengen naar zijn roots.
In plaats daarvan piept en kraakt Mirage als een roestige machine, bedolven onder het stof van zijn voorgangers. Dit is een game waarin de gevechten verlopen als stramme potjes steen-papier-schaar, waarin elke sluipmissie de gepokte en gemazelde Assassin-speler onderdompelt in déjà vu, waarin na jaren innovatie door concurrenten de virtuele mensen op straat nog steeds aandoen als setdressing in plaats van wezens met levens en gedachten. En waar klassieke games als Assassin’s Creed II en Black Flag nog konden rusten op hun charismatische en interessante hoofdpersonages, biedt Mirage ons in Basim Ibn Ishaq een vlakke, eendimensionale idealist die de woorden ‘deze man valt straks van zijn sokkel‘ bijna letterlijk op zijn voorhoofd gestempeld krijgt.
Tragisch
Het voelt tragisch, want deze terugkeer naar het Midden-Oosten met de gebruikelijke zorgvuldigheid wat betreft cultureel detail en taalgebruik die Assassin’s Creed tekent, was juist bijzonder nodig in een industrie die het Midden-Oosten nog vaak wegzet als gewelddadig oorlogsgebied. En het negende-eeuwse Bagdad oogt prachtig: de architectuur van het Kalifaat van de Abbasiden spat van kleur, prachtige ronde vormen, tegels en tapijten. Zelden maakt de game hier echter optimaal gebruik van, de straten vol mensen doen levenloos aan.
We spelen dus Basim, in het vorige deel Assassin’s Creed Valhalla geïntroduceerd als leugenachtige snoodaard die achter de schermen de zaken manipuleert. Als jonge dief raakt hij gefascineerd door de orde van de Hidden Ones, voorlopers van de Assassijnen, die zoals gebruikelijk in deze games een geheime oorlog voeren tegen de voorlopers van hun aartsvijand, de Tempeliers. Basim wordt door hen uit de rokende puinhopen van zijn leven gered, en getraind op hun hoofdkwartier.
Wat daarop volgt is een met potlood uitgetekend basisverhaaltje over de zoektocht naar de opper-Tempelier in Bagdad vol standaardmissies en weinig interessante personages. Er spookt een draadje over een droom die Basim achtervolgt, die vermoedelijk zal eindigen in zijn omslag naar het kwaad – maar voordat we daar zijn aangeland is zelfs deze recensent al lang in slaap gevallen en afgehaakt.
Assassin’s Creed heeft nog steeds waarde. De wijze waarop deze reeks andere culturen verkent, nuanceert, en in al hun prachtige glorie presenteert aan het grote gamerpubliek is nog altijd uniek; hoewel andere gamemakers andere aspecten van de formule zoveel beter uitvoeren, wagen ze zich niet aan een dergelijke verkenning van de wereld om ons heen. Maar het is nu écht tijd voor bezinning, een nieuwe visie, een radicaal andere aanpak. Pappen en nathouden heeft het creatieve lek deze jaren alleen maar verergerd. Wat ongelooflijk zonde.
‘Iedereen in de gordijnen vandaag”, zo vatte politiek commentator Arjan Noorlander de day after samen in talkshow Bar Laat (NPObv1). De demonstraties voor en tegen Israël maandag in Amsterdam kregen dinsdag een behoorlijke staart. Daarbij was de oorlog in het Midden-Oosten snel naar de achtergrond verdwenen om plaats te maken voor een strijd die wat beter behapbaar was voor de televisie, die tussen Geert Wilders en Femke Halsema.
De PVV-leider vond het een schande dat de Amsterdamse burgemeester „haatdemonstraties van antisemieten” toestond en eiste in het NOS Journaal haar ontslag. Op platform X scheef hij: „Het land uit met dat tuig. En Halsema mag mee.”
Andere burgemeesters namen het op voor Halsema. Halsema zelf zat bij Eva (NPO 1) om in een eloquent betoog haar veiligheidsbeleid en het demonstratierecht te verdedigen. Volgens haar wilde Wilders „alleen demonstraties toestaan waar hij het mee eens is”. Ze noemde dat „een autoritair sentiment”.
De nieuwsrubrieken en talkshows konden de aanval van Wilders handig koppelen aan het debat in de Eerste Kamer over de noodwet tegen asielzoekers. „Het kabinet holt de democratie uit” zei de oppositie. Volgens diverse talkshowgasten was de noodwet ook een autoritaire zet van Wilders, dit keer om „de Tweede Kamer uit te schakelen” (cabaretier Herman Finkers bij Humberto).
Brr. Snel naar NPO 2 voor een injectie goed nieuws. Voor de documentaire De Maastrichtse Droom – 10 jaar later keert regisseur Daan Willekens terug naar de islamitische school El Habib. Hij maakte in 2014 een documentaire over de basisschool en wilde, samen met presentator Karim Amghar, kijken hoe het nu gaat.
El Habib draagt trots het ministeriële predicaat ‘excellente school’ waar leerlingen opvallend goed scoren. Dat terwijl de school in Pottenberg staat, de armste wijk van Maastricht waar de PVV de grootste partij is. Veel scholieren beginnen met een flinke leerachterstand. Sommigen moeten van de school ontbijtpakketten en andere sociale ondersteuning krijgen.
De „toverformule” van de school is: hard werken. Door het personeel en de kinderen, maar ook door de ouders die nauw bij het onderwijs worden betrokken. Zo moeten ze thuis huiswerk maken met de kinderen. Bij de rapportgesprekken regent het negens en tienen. Al er een zes of een zeven tussen staat, krijgt de leerling te horen dat hij beter zijn best moet doen. Documentaires gaan meestal over de dingen die misgaan in het leven. Dit keer gaat het een keertje goed.
Groep vriendinnen
Op NPO 3 is Zina aan haar tweede seizoen begonnen. De feelgoodserie van Fadua El Akchaoui handelt over een groep vriendinnen van Marokkaanse afkomst. Vorig seizoen draaide om advocate Amal die op haar trouwdag haar bruidegom verliest en daardoor op drift raakt. Dit keer draait het om influencer Lamya (Asma El Mouden) en is wederom een sterfgeval de katalysator.
Lamya gaat met de groep naar Marokko voor de begrafenis van haar vader. In Marokko loopt de groep tegen cultuurverschillen aan. Lamya mag als vrouw niet bij de begrafenis van haar eigen vader zijn. Transvriendin Sofia (Jouman Fattal) moet van de familie in het mannenverblijf slapen. Ondertussen verschijnen er ook weer nieuwe mannen in het leven van de dertigers. Of dat goed nieuws is, valt te bezien.
Een optimistische documentaire over een islamitische school, en een mooie, tragikomische feelgoodserie gemaakt door vrouwen met een moslim-achtergrond. Zo gaat de emancipatie van de Nederlandse moslims op tv gestaag verder, of islamhater Wilders dat nu leuk vindt of niet.
Hoe activistisch mag – of moet – je als wetenschapper zijn? Die vraag leek maandag te resoneren in de Leidse Pieterskerk. Het was de 25ste editie van de Avond van Wetenschap & Maatschappij, een jaarlijks terugkerend deftig diner waarbij wetenschappers, kunstenaars, journalisten en politici met elkaar in gesprek gaan over actueel onderzoek. Of het nu ging over biodiversiteit, klimaatkantelpunten, bezuinigingsbeleid of de oorlog in Gaza: tijdens het eten werd veelvuldig bediscussieerd in hoeverre de wetenschap zich al dan niet afzijdig moet houden. Want kun je objectief en subjectief tegelijk zijn?
Te midden van alles viel vooral op hoe beschaafd iedereen bleef. Op het moment dat Eppo Bruins – als minister van OCW verantwoordelijk voor de bezuinigingen – het podium betrad, hield ik mijn adem in. Zouden de aanwezigen door een hedendaagse pendant van Aktie Tomaat hun onvrede uiten en de tartelette van vergeten groenten naar het podium slingeren? Maar nee: na Bruins’ speech kreeg hij een beleefd applaus. En toen twee spreeksters zich later op de avond alsnog fel tegen de koers van het kabinet keerden klapte de minister op zijn beurt bedeesd mee.
Bij het toetjesbuffet sprak ik met twee heren in smoking over ribkwallen. Over de Amerikaanse langlob-ribkwal om precies te zijn, Mnemiopsis leidyi, die in weerwil van de naam niet alleen voorkomt in de Atlantische Oceaan maar ook in de Zwarte Zee en de Middellandse Zee. In wetenschapstijdschrift Current Biology had ik net gelezen hoe twee gewonde ribkwallen kunnen samensmelten tot één nieuw individu. „Hét antwoord op polarisatie”, vond mijn ene gespreksgenoot. „Twee gewonde zielen die één worden. Pacifistischer kan niet.” „Besef wel dat die ribkwallen invasieve exoten zijn”, relativeerde de ander. „Ze hebben de hele oostkust van de Middellandse Zee gekoloniseerd.” Vanuit daar kwam het gesprek op de teloorgang van de biodiversiteit in Gaza en Oekraïne, op alle soorten die door oorlog worden uitgeroeid, en op de studentenprotesten tegen samenwerking met Israël.
Pas bij de laatste hap chocolademousse viel me het vierkantje op. Beide mannen droegen op hun revers een klein stukje rood vilt, als abstracte corsage. Het bleek symbool te staan voor het universitaire protest tegen de bezuinigingen. „Hopelijk ziet de minister dit ook.”
Het rode vierkant deed denken aan de abstracte kunst van Wassily Kandinsky, die ik net gezien had in H’Art Museum (voorheen Hermitage Amsterdam, tot het de banden met Rusland verbrak). Als geen ander kon hij met kleur én vorm emotie opwekken. Zo schilderde hij in 1933 Entwicklung in Braun. Tussen twee bruine massa’s – verwijzend naar het opkomend nazisme – gloren kleurige driehoeken als teken van hoop.
„Alles begint met een punt”, schreef Kandinsky in een essay. Maar wanneer bereiken we eens het punt waarop er door de politiek echt naar kunst en wetenschap geluisterd wordt?
Gemma Venhuizen is biologieredacteur bij NRC en schrijft elke woensdag een column op deze plek.
In het gasthuis van stichting INLIA in Groningen hanteert directeur John van Tilborg al 36 jaar één harde lijn: medewerkers liegen nooit tegen hun gasten. Die gasten, dat zijn dakloze vreemdelingen zonder verblijfsvergunning. Toen Van Tilborg twee weken geleden een bijeenkomst organiseerde om te vertellen dat asielminister Faber de financiële steun voor de Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV) in Groningen, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Amsterdam vanaf januari stopt, kon hij ze dan ook niet beloven dat ze in de opvang kunnen blijven. Dat zou liegen zijn. Hij zei wel dat hij zich niet kon voorstellen dat ze op straat terecht zouden komen.
Hij kreeg gelijk. „Ik kon niet geloven dat Groningen dat zou doen. Dat zit niet in de cultuur hier. Dit is niet de stad om mensen aan hun lot over te laten”, zegt Van Tilborg. Hij zit deze vrijdagmiddag in een lokaal van de opvang, op een bedrijventerrein in Groningen. Aan de muur hangen tekeningen, gemaakt door bewoners van de opvang. Twee dagen eerder stemde de gemeenteraad van Groningen unaniem tegen een motie van de PVV om de LVV-opvang „conform landelijk beleid” te sluiten. „Het standpunt van de gemeente Groningen is dat wij mensen niet zonder enig perspectief op straat willen hebben. Dan kan men geen kant meer op. Dat is de reden dat wij voor het openhouden van de LVV zijn. Als dat ons een aantal middelen kost, dan doen wij dat ook. Dat hebben we er graag voor over”, zei burgemeester Koen Schuiling (VVD).
Vanaf 1 januari stopt minister Marjolein Faber (PVV, Asiel en Migratie) de subsidie voor de bed-bad-broodopvang. In de vijf locaties verblijven nu zo’n zeshonderd mensen. Faber „zet in op terugkeer”, schreef ze vorige maand op X. De mensen in de opvang hadden volgens haar „al lang moeten vertrekken”. Amsterdam en Utrecht nemen de kosten van de opvang, net als Groningen, zelf over. Rotterdam stopt met de regeling. Het college had afgesproken alleen door te gaan als het Rijk daar geld voor geeft. Eindhoven wil opvang en begeleiding blijven bieden.
Geen perspectief
In de opvang in Groningen verblijven momenteel zo’n honderd mensen. Die zijn zelf bij de opvang gekomen of aangemeld door anderen, zoals door Vluchtelingenwerk, het COA of door hun advocaten. In Groningen voert stichting INLIA (Internationaal Netwerk van Lokale Initiatieven met Asielzoekers) de opvang van dakloze vreemdelingen uit voor de gemeente. De stichting, in 1988 opgericht, is een netwerkorganisatie van kerken die asielzoekers en vluchtelingen helpen.
De bewoners hebben spannende weken achter de rug. Een oudere vrouw kon er niet van slapen, vertelt Van Tilborg. Ze had geen eetlust meer en een hoge hartslag door alle stress. „Ze dacht dat ze dood zou gaan. Ik hoop dat het voor haar nu rustiger wordt.”
Een 37-jarige man uit Armenië vertelt dat hij blij is dat hij in de opvang kan blijven. Zijn procedure om op grond van zijn medische problemen in Nederland te kunnen blijven, loopt nog. Hij zit in een rolstoel. „Hier in de opvang is het goed. Ik ben hier nu bijna drie jaar. De mensen hier helpen mij. Sluiten is niet goed. Dat zorgt voor problemen.”
Als Van Tilborg een 51-jarige man uit Mauritanië verzekert dat de gemeente echt doorgaat met de opvang, reageert die opgelucht. „Dat is goed nieuws. Niemand wil op straat belanden.” Hij kan het weten. De man is al dertig jaar in Nederland. Vijftien jaar daarvan bracht hij door op straat. „Ik ben sinds 2018 weg van de straat. Daar wil je niet zijn op mijn leeftijd.”
Hij is al een paar jaar bezig met het terugkeerprogramma. „De IND twijfelt over mijn nationaliteit. Ik moet bewijzen dat ik ben wie ik zeg dat ik ben. Maar de documenten, zoals een geboorteakte en identiteitsbewijs, zijn lastig te krijgen.”
De man wil ook graag terug. „Ik zit nu stuk. Ik kan niet verder en niet terug. Het is lastig dat het zo lang duurt. Ik heb geen perspectief. Teruggaan is een goede oplossing voor mijn situatie. Dan zou ik op een boerderij kunnen werken. Maar we zijn daar nog niet. Als de papieren er zijn, kan ik verder met plannen maken voor de toekomst.”
Een van de zeven zogenoemde perspectiefmedewerkers die bij INLIA werken, begeleidt hem bij het regelen van zijn papieren. Dat zijn vaak lange processen, zegt Van Tilborg. „Deze mensen zitten hier omdat het niet gelukt is om ze terug te krijgen naar het land waar ze vandaan komen. Mensen kunnen vaak de papieren niet krijgen om hun identiteit vast te stellen. Als je weg moet, als je moet vluchten, ben je niet altijd in de gelegenheid om papieren te regelen.”
Medewerkers van INLIA lezen van elke nieuwe gast het dossier na. „We zien soms dingen die bruikbaar zijn, zoals fouten in de procedure”, vertelt Van Tilborg. Sommige mensen krijgen dan ook alsnog een verblijfsvergunning. Anderen kunnen terug naar de reguliere opvang van het COA, omdat ze toch nog recht op opvang blijken te hebben. Een deel van de mensen gaat terug naar het land van herkomst, vertrekt naar andere plekken in Nederland, of verdwijnt. Van Tilborg: „We proberen mensen erbij te houden, maar dat lukt niet altijd.”
Met „veel creativiteit”, houdt Groningen de opvang in het Gasthuis van INLIA in elk geval volgend jaar in stand.
Foto’s: Kees van de Veen
Sinds de start van de LVV in Groningen zijn er 634 mensen opgevangen. 543 mensen zijn weer vertrokken, laat de gemeente weten. Van hen zijn 38 mensen teruggekeerd naar het land van herkomst. 176 mensen zijn uitgestroomd naar de rijksopvang en zestig mensen hebben alsnog rechtmatig verblijf in Nederland gekregen.
Minder mensen op straat
De LVV’s bestaan sinds april 2019. Uit cijfers over de LVV blijkt dat op 1 augustus 2024 sinds de start 2.889 personen zijn toegelaten. 2.293 zijn ‘uitgestroomd’. Voor 886 mensen is een oplossing gevonden. Zo keerden 224 personen terug naar het land van herkomst, kregen 370 mensen asiel na een herhaalde aanvraag en kregen 292 personen verblijfsrecht op basis van overige gronden. Voor 465 mensen was er nog geen uitsluitsel. Voor 942 personen heeft de LVV niet tot een oplossing geleid. 596 mensen zaten op 1 augustus nog in hun traject.
Onderzoeksbureau Regioplan heeft in november 2022 een eindevaluatie van de LVV’s gemaakt. Daaruit blijkt dat de faciliteit „bredere maatschappelijke effecten heeft”. Zo zijn groepen vreemdelingen die in gemeenten verblijven door de opvang beter in beeld, is er meer zicht op de problematiek, is het welzijn van vreemdelingen verbeterd en slapen minder mensen op straat.
In Groningen is het nooit de vraag geweest óf de opvang open zou blijven, maar hóe dat zou moeten, zegt wethouder Manouska Molema (GroenLinks, Asiel). „Als je weet om welke groep mensen het gaat, is het helemaal geen keuze om te zeggen: we stoppen hiermee.
Het zijn mensen die in heel kwetsbare omstandigheden zitten en echt hulp nodig hebben. Ze zitten vast in Nederland, in een soort niemandsland. Het beeld wordt vaak geschetst dat het mensen zijn die niet weg willen, maar het zijn vaak mensen die niet weg kunnen.”
Groningen verwacht dat de kosten voor de opvang voor dit jaar uitkomen op 5,1 miljoen euro . Met „veel creativiteit”, houdt Groningen de opvang in elk geval volgend jaar in stand. De gemeente gaat dat betalen met het geld dat zij vanuit het Rijk krijgt om de opvang af te bouwen en met geld dat zij dit jaar overhoudt op de landelijke vreemdelingenvoorziening. Maar of het lukt om in 2026 de opvang te blijven betalen, weet de wethouder nog niet zeker. „2026 staat bij ons onder druk, omdat de financiën van gemeenten dan minder zijn en we de opvang dan zelf moeten bekostigen.”
‘Een verloren groep’
De gemeente kijkt nu of het de opvanglocatie ook kan gebruiken voor andere groepen, zoals daklozen of ex-gedetineerden, die met spoed een plek nodig hebben. „In de opvang verblijven nu zo’n honderd mensen, terwijl er bijna driehonderd bedden zijn. We gaan kijken of we op deze locatie verschillende soorten opvang kunnen combineren.”
Als de gemeente niet door was gegaan met de opvang en de mensen die daar nu verblijven op straat terecht zouden komen, zou dat in één klap tot bijna een verdubbeling van het aantal daklozen in Groningen leiden, zegt Molema. „Naast dat we zeggen dat het menswaardig is om deze mensen op te vangen, zou het ook enorm veel doen met de rest van de stad als we deze keuze niet hadden gemaakt.”
Van Tilborg is opgelucht dat Groningen de opvang zelf gaat financieren. „Dit is een verloren groep mensen. Ze hebben echt hulp nodig. We hebben hier iedereen binnen zitten. Mensen met psychische problemen, mensen die terminaal ziek zijn. Die kunnen niet de straat op. Ik vind het godgeklaagd om dat zo simpel te zeggen. De straat is nooit een oplossing.”
Lees ook
Mag minister Faber uitgeprocedeerde asielzoekers op straat zetten?